Foto Dutch Heritage Photography
NIEUW ONRUST
Naam: Nieuw Onrust
Eerste vermelding: 1898
Ligging: De Marne, Hornhuizen, Westpolder
Aantal vangpijpen: 4
Recht van afpaling/aantal meters: ja / 200 meter
Grootte: 1.82.30 hectare
Kooitype: Fries
Landschap: polder aan de waddenkust, naast de huidige zeedijk.
Eigenaar: Het Groninger Landschap
Kooiker(s): niet bekend
Huidige functie: excursiekooi
Een nieuwe polder
Voor het begin van de ontstaansgeschiedenis van de kooi Nieuw Onrust moeten we terug naar de tweede helft van de negentiende eeuw. In 1873 kregen negen boeren groen licht van zowel de provincie als de staat om hun gezamenlijke kwelders in te polderen. In 1874 werd begonnen met het bedijken en in 1875 was de nieuwe polder van 535 hectare gereed. Vrij snel daarna werden er drie boerderijen gebouwd: De Manneplaats van L.H. Dijkhuis, Nieuw-Midhuizen van W.L. Dijkhuis en Nieuw Onrust van K.J. de Cock.
Een van de vangpijpen van Nieuw Onrust (foto Geert Job Sevink voor Het Groninger Landschap)
Dijkdoorbraak
Al in 1877 sloeg het noodlot toe. Door een combinatie van springtij en een zware storm stroomde de polder vol. Ook de dijk was niet bestand tegen dit geweld en brak op verschillende plaatsen. In 1897 werd één van de dijkdoorbraakkolken gebruikt als basis voor eendenkooi De Westpolder. De ontwikkelingen rond deze nieuwe kooi werden nauwlettend gevolgd door de naburige bewoners en de resultaten waren dermate positief dat Jan Klaasens de Cock en het echtpaar Sebo Eltjo Woldringh en Trientje de Cock (halfzus van Jan Klaasens de Cock) een verzoek om toestemming voor het oprichten van een eendenkooi deden.
Het Koninklijk Besluit werd uiteindelijk op 24 februari 1898 getekend. Nadat het afschrift bij de Commissaris der Koningin in de provincie Groningen werd verkregen, tegen betaling van 75 cent zegelgeld, was de formele toestemming geregeld en kon de kooi worden aangelegd. Via een advertentie werd een geschikte kooiker gevonden. De eigenaren bereikten een overeenkomst met Frederik Johannes de Vries (zie ook Kooi Ternaard). De nieuwe kooiker hielp ook bij de aanleg van de kooi.
Op deze uitsnede van een topografische kaart uit 1909 is de aanleg van de kooi goed te zien. De kooi ten westen is de kooi Westpolder. (Bron Kadaster)
Molentje en gemaal
Bij de aanleg kon niet, zoals bij de buren van de Westpolder gebruik worden gemaakt van een dijkdoorbraakkolk. Er moest een hele nieuwe kolk worden afgegraven. De vrijgekomen grond werd gebruikt voor het aanleggen van een wallichaam rond de kooi. Hierdoor kwam er meer luwte in de kooi.
Het voordeel van het graven van een nieuwe plas was dat deze gevuld werd met zoet water. Een nadeel was dat de kooi sneller kon droogvallen. Hiervoor werden in de loop der jaren verschillende oplossingen bedacht. Zo werd in 1911 een molentje geplaatst om het waterniveau op peil te houden. Na de zeer droge zomer van 1929 werd deze vervangen door een klein motorgemaal. Daarnaast kon via een pijpleiding water uit de verderop gelegen kolk bij de boerderij Onrust worden gepompt.
Wisselende vangst
Evenals eendenkooi De Westpolder was Nieuw Onrust een wisselend vangende kooi. Het seizoen 1906/07 was een topseizoen, maar daarna liepen de resultaten eigenlijk sterk achteruit. Daarnaast bleek het moeilijk een goede kooiker aan te trekken. Tussen 1913 en 1917 werden er kortstondig twee kooikers aangesteld. In dat jaar kwam Derk te Bos, die tot 1944 kooiker op Nieuw Onrust bleef. Zijn eerste jaren waren onzeker. In 1925 was er zelfs sprake van het opgeven van de kooi en het weer egaliseren van het terrein. Vanaf circa 1930 nam het aantal wilde eenden toe. Dit werd voor Nieuw Onrust de voornaamste soort.
Op 29 en 30 September 1919 bracht het koninklijk paar een bezoek aan de provincie Groningen. Op deze foto staat het gezelschap voor de boerderij Onrust. Tweede van links koningin Wilhelmina en derde van links prins Hendrik. Vierde van links burgemeester S.E. Woldringh van Kloosterburen. Helemaal links staat kooiker Derk te Bos. (Bron: Groninger archieven)
Ook de eendenkooi Nieuw-Onrust werd bezocht. Volgens het onderschrift van de foto mocht alleen de koningin, de prins en de verslaggever mochten mee. (Bron Gerard Mast)
Onder druk
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het voortbestaan van de kooi wederom onzeker. De regelgeving nam toe en dat zorgde ervoor dat de eigenaren niet goed wisten waar ze aan toe waren. In 1941 kreeg de houtvester (de bosbouwkundige) van Staatsbosbeheer van K.J. de Cock Woldringh het verzoek het hout van de eendenkooi Nieuw Onrust te vellen. Dit ging niet door, maar het voortbestaan van de kooi bleef onder druk staan.
In het Nationaal Plan van 1942 werd de eendenkooi opgenomen als zogenaamd meldingsgebied. Dit hield in dat grote ingrepen in het gebied vooraf moesten worden gemeld. Dit zorgde voor enige bescherming. Het opstellen van het Nationaal Plan was een reactie op de grote impact van de economische crisis op de natuur in Nederland. Zonder het Nationaal Plan is het de vraag of de kooi Nieuw Onrust er nu nog zou zijn geweest.
Deze foto laat mooi zien hoe kaal de Westpolder was. Alleen rond de erven en de eendenkooien is opgaande begroeiing te zien.
De eendenkooien Nieuw-Onrust en de Westpolder liggen helemaal boven aan de foto, tegen de dijk aan. (Bron: KLM Aerocarto N.V. 1949)
Natuurkooi
In 1977 was wel duidelijk dat de eendenkooi al enige tijd niet meer rendabel was. Het Groninger Landschap zocht daarop contact met de rechthebbenden. Die zagen verkoop wel zitten. Er wordt een overeenkomst gesloten waarin alle partijen zich konden vinden. De kooi werd voor het symbolische bedrag van één gulden verkocht aan de stichting.
Excursie voor kinderen in de kooi Nieuw Onrust (foto Geert Job Sevink voor Het Groninger Landschap)
Sinds februari 1999 is de eendenkooi een rijksmonument. Volgens de toelichting is “Eendenkooi 'Nieuw Onrust' van algemeen cultuurhistorisch belang - als goed voorbeeld van een nog in gebruik zijnde kooi uit 1899 - vanwege de hoge mate van gaafheid - vanwege de ruimtelijk-visuele relatie met en ligging ten noordoosten van de eendenkooi 'De Westpolder' - vanwege de vrij hoge mate van zeldzaamheid in de regio”.
Alex Vissering legt in het programma Pronkjewailtje van RTV Noord uit, waarom het zo goed eenden vangen was langs de waddenkust.
Overzicht kooikers:
Frederik Johannes de Vries 1898 – 1913 (zie ook kooi van Ternaard)
Johannes de Vries 1913 – 1914
Hedzer Arends Castelein 1914 – 1917
Derk te Bos 1917 – 1944
Tjipke Kapinga 1944 – 1990 (zie ook Wytsemakooi)
Karel de Boer 1990 -
Chris Slagter
Literatuur:
- G. Mast: De eendenkooi "Onrust" in de Westpolder (nu bekend als "Nieuw Onrust"). Directie Noord van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (1995).
- J.S. van Weerden: De geschiedenis van een Waddenpolder en zijn ingelanden : uitgegeven als gedenkboek door het waterschap "De Westpolder" (Gr.) (1960). s.n.
- T. Mansholt: De Westpolder. Profiel, Bedum (2000).
- T. Woldringh: ‘Eendenkooien in de Marne’, in: Gedenkboek Nijverheid 1991. Deel 1. Historie van de Marne. Leens (1991).
- T.B. Juk: De Wytsemakoy op de Meeden, Een monument in het groen. In: Meij 650, Een verzameling van bijzonderheden uit de geschiedenis van Uithuizermeeden. 2004. p. 95-109.