X

Foto Dutch Heritage Photography

 

KOOI VAN SPANG

 

Naam: Kooi bij (of van) Spang (Zuiderkooi)
Eerste vermelding:
Ligging: Texel, in het buurtschap Spang, tussen Oosterend en Oudeschild. Bereikbaar vanaf Dijkmanshuizen (weg).
Aantal vangpijpen: 4
Recht van afpaling/aantal meters: 1130 meter (300 Rijnlandse Roeden)
Grootte: ca. 1,5 hectare
Kooitype: Texels
Landschap: oude land van Texel
Geregistreerde kooi: Ja
Eigenaar: Natuurmonumenten
Kooiker(s): Eckard Boot (Natuurmonumenten)
Huidige functie: excursiekooi
Toegankelijk: ja (in het hoogseizoen iedere zaterdagmiddag)

 

Naamgeving

Tot Natuurmonumenten hem in 1943 aankocht, stond de Kooi van Spang - ook wel Kooi bij Spang - beter bekend als Zuiderkooi, om hem te onderscheiden van de Nooderkooi bij Oosterend. De Noorderkooi bestaat thans nog als kooirelict aan de Eendenkooiweg.

De kooi van Spang op een fragment van een oude kaart uit het jaar 1854, door: J.L. Kikkert (bron: Noord-Hollands Archief / Provinciale Atlas - Kaarten en kaartboeken, NL-HlmNHA_560_000656_G<br>NL-HlmNHA_560_000657_G<br>NL-HlmNHA_560_000658_XL

 

Eenzame kooiker

Het kleine kooikershuisje bij de Kooi van Spang was vroeger het domein van de kooiker, die er woonde en werkte. Kunstschilder en geschiedschrijver Pieter van Cuyck (1720-1787) beschrijft een van de bewoners. In zijn 'Negende Brief' bezoekt hij de kooi, het kooihuisje en ontmoet hij een eenzame kooiker: “Op de jacht zijnde, ging ik eens in deze kooi, terwijl de hond, die ik bij mij had, geen kwaad kon doen; in het dikste en donkerst van het hout kwam ik aan bij een klein huisje, dat slechts uit één kamertje bestond, en tot verblijf diende voor de kooiman. Niet wetende, dat in dit paleis van acht voeten in het vierkant iemand woonde, draaide ik de deur open, wanneer ik ontmoet werd door een lang en doodmagere man met een smerige blauwe wollen muts op het hoofd, in een niet minder smerig kamizool, waar van ik de kleur niet onderscheiden kon, en een langen broek van dezelfde soort. Hij had grove bruine wollen kousen aan de benen, en muilen aan de voeten. Nooit zag ik een volmaakter afbeeldsel van een kluizenaar. De man scheen minder verwonderd dan ik, en verzocht mij te gaan zitten op een stuk van een gewezen matten stoel."

...De man blijkt een zeer ontwikkeld mens te zijn. Een naam van kooiker of eigenaar geeft Van Cuyck echter niet...

"Het gesprek begon met mij te onderrichten, dat het niet geoorloofd was aldaar te schieten. Terwijl ik hem verzekerde, zulks mijn voornemen ook niet te zijn, zag ik , dat de niet zindelijke muren van die woning bekrabbeld waren met aantekeningen van zijn rekenkundige en Helkundige ondervindingen. In een hoek lag enig droog hout. In het kleine schoorsteentje lag een laagje as, en in een vensterbank een zwart uitgerookt pijpje naast enkele boekjes, waarvan de omslagen zo zwart waren als het pijpje zelf. Toen ik verder met de man in gesprek raakte, was ik verwonderd over zijn juiste oordeel, en gepaste redeneringen. Toen ik naderhand navraag naar de man deed, vernam ik , dat hij één van de beste rekenaars was, en vele prijzen behaald had wegens het oplossen van voorstellen, die door schoolmeesters en andere liefhebbers van de cijferkunst van tijd tot tijd waren uitgegeven. Deze man won zijn schrale kost met eenden te vangen, en bracht het overige van zijn tijd in eenzaamheid met lezen en letteroefeningen door. Hij scheen weinige of geen vooroordelen te hebben, en als men zijn woning betrachtte, mocht men waarlijk wel zeggen, waar is de Wijsbegeerte toch gaan huisvesten!”

 

Zestien sloten

Voordat de kooi in handen kwam van Natuurmonumenten, was Kees Koning (1856-1944) kooiker op de eendenkooi van Spang. Hij kocht de kooi in 1895 van zijn vader Willem Pieterszoon Koning. Kees moet erg gespierde kuiten hebben gehad, aangezien hij twee tot driemaal daags vanuit zijn woonplaats Oosterend dwars door de weilanden naar de kooi liep en weer terug. Daarbij moest hij over een afstand van zo’n twee kilometer zestien sloten oversteken. Als een ware koorddanser met op zijn rug een juk vol met veevoer balanceerde hij over de smalle balkjes die de ene oever van de sloot met de andere verbond. Steeds als hij één van zijn koeien of schapen tegenkwam in de uitgestrekte weilanden, stopte hij om de dieren te voeren. Eenmaal bij de kooi aangekomen werden de gevangen eenden verzameld en aan het juk gebonden. Dan begon Kees aan terugtocht. Op de weg terug werd het vee gemolken, waardoor de lege emmers aan het juk gevuld raakten met melk. Zestien balkjes en evenzoveel sloten verder stond Kees weer voor zijn woning in Oosterend met een loodzwaar juk om zijn nek, en kon hij zich klaar gaan maken voor de volgende voettocht later op de dag.

 

Bollengoed

Op 85 jarige leeftijd besloot de kinderloos gebleven Kees om de kooi te verkopen aan natuurmonumenten. Aan de zijde van Natuurmonumenten werd er onderhandeld door de toenmalige secretaris Jan Drijver, van geboorte Texelaar. Kees onderhandelde stevig, omdat hij zijn jongere (tweede) vrouw Marie goed verzorgd achter wilde laten. Opvallend is dat er apart werd onderhandeld over het in de grond zittend pootgoed (sneeuwklokjes en narcissen) Het bollengoed bleef buiten het koopcontract van de kooi.

Narcissen bij de noordpijp. (foto: K.J. Harting)

 

Zwartmoeskervel

In 1943 werd Natuurmonumenten de nieuwe eigenaar van de kooi. Toen Jan Drijver namens Natuurmonumenten samen met zijn dochter Ali Anna in dat jaar een inspectietocht door het kooibos maakte, ontdekte zij het in noordwest Europa zelden of niet meer voorkomende Zwartmoeskervel, een vergeten groente waarvan alle delen eetbaar zijn. Na de aankoop moest er erg veel gebeuren in de kooi. Daarbij heeft Natuurmonumenten advies gevraagd aan collega/concurrent Dirk Korver van de Korverskooi. Na de restauratie hebben de Texelse vangpijpen een Noord-Hollandser aanzien gekregen. In 2007 werd het vervallen molentje hersteld. Twee jaar later volgde de restauratie van het kooikershuisje dankzij een financiële bijdrage van het blad Libelle.

Zwartmoeskervel (foto: Natuurmonumenten)

 

Eigenaars / kooikers voor zover bekend, jaartallen bij benadering:

ca. 1800 Jacob Wilkes
ca. 1832 erven Arie Kooger
1840 - 1849 Jan Saris
1849 - 1895 Willem Pietersz Koning (vanaf 1876 verhuurd aan P.C. (Kees) Koning)
1895 - 1943 Kees Koning
1943 Natuurmonumenten o.a. Gerard Rikkenberg, Jaap Reij, Jaap Janssen, Cees Boot en vanaf 1999 Eckard Boot

 

Literatuur:

• C.J. Reij, C. Hoogerheide & C.G.J. van Empel, 1998: Boerderijen boek. Geschiedenis en naamgeving van alle boerderijen op Texel, hun eigenaren en bewoners. Pirola, Schoorl.

 

Bronnen:

• Kees Jaap Harting
• Pieter Cuijck, Brieven over Texel en de naby-gelegen eilanden (1789).

 

 

 

 

 

Contactgegevens:

Voor meer informatie over de Kongsi van de Eendenkooi kunt u contact opnemen met 
Landschapsbeheer Friesland

Commissieweg 15
9244 GB  Beetsterzwaag
0512 38 38 00
info@landschapsbeheerfriesland.nl

 

 

© 2018 Kongsi
powered by
Natuurlijk !

 


privacybeleid
gebruikersovereenkomst


De Kongsi van de Eendenkooi wordt mogelijk gemaakt door het Waddenfonds en de provincies Fryslân, Noord-Holland en Groningen.